De vroegste voorbeelden van de driekleur stammen uit de 16e eeuw. De eerste versie die genoemd wordt is in 1572 een oranje-wit-blauwe vlag. Bij het sluiten van de Unie van Utrecht in 1579 werd dit dan ook de officiële vlag. Dit was de oorspronkelijke vlag van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, maar in de loop van minder dan een eeuw werd het oranje vervangen door rood, zodat bij het eind van de Tachtigjarige oorlog in 1648, de vlag de-facto veranderd was in Rood-Wit-Blauw, al werd nog wel gesproken van de “Oranjevlag”.
Er zijn verschillende mogelijke redenen aangedragen voor de verandering van oranje naar rood. Er is geopperd dat rood de voorkeur van zeelui genoot, dat de kleur op afstand meer opviel, dat die minder verbleekte, dat er een tekort aan oranje kleurstof ontstond, dat de oranje kleurstof uit geel en rood was opgebouwd en het geel verbleekte, zodat er alleen rood overbleef, dat een nieuw procedé een donkerder oranje opleverde, dat het huis Oranje minder geliefd werd en tenslotte dat de Staten-Generaal het rood uit haar eigen vlag introduceerde, maar geen van deze verklaringen kan echt aannemelijk gemaakt worden.
Franse Tijd
In 1787 namen de concurrente Staten aan dat de vlag Oranje-Wit-Blauw was (prinsgezinden) en juist dat die dat niet was (patriotten), maar het gezag van beide beslissingen is uiteraard twijfelachtig. Nadat de Fransen in 1794 het land binnengevallen waren, besloot de Staten Generaal in 1796 dat de kleuren Rood-Wit-Blauw moesten zijn. Dit zou het definitieve einde van het oranje geweest moeten zijn. Echter, doordat dat de Staten Generaal twee weken later werden afgeschaft, boette dit besluit nogal aan kracht in.
Na de Franse Tijd werd de vlag opnieuw ingevoerd als Rood-Wit-Blauw, maar zonder directe wettelijke fundering. Alleen doordat werd vastgesteld dat de wetten van het Koninkrijk Holland van kracht zouden blijven, waarbij dat koninkrijk om te beginnen stilzwijgend de wetten van de republiek had overgenomen, had de vlag strikt genomen een wettelijke grondslag in het besluit van 1796.
Officiële aanname van het rood-wit-blauw
In de jaren dertig van de twintigste eeuw kwam de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) op. De NSB claimde dat oranje-blanje-bleu de echte Nederlandse vlag was. Weinigen wisten dat zij hierin historisch gezien ongelijk hadden, en het was niet eenvoudig aan te geven welke wet de status van het oranje-wit-blauw als de nationale vlag ontkende, maar het was vooral het aandringen van die partij dat er toe leidde dat de regering onder aanvoering van Hendrikus Colijn de kleuren rood-wit-blauw officieel wilde vastleggen.
Op 19 februari 1937 tekende Koningin Wilhelmina op haar vakantieverblijf in Zell am See het kortste Koninklijk Besluit ooit, luidend: “De kleuren van de vlag van het Koninkrijk der Nederlanden zijn rood, wit en blauw.”
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, die voor het Koninkrijk duurde van 10 mei 1940 tot 15 augustus 1945, bleef het rood-wit-blauw in gebruik. Tijdens het dieptepunt van de oorlog waren alleen nog Suriname en het Gebiedsdeel Curaçao niet bezet door Nazi-Duitsland of Japan. In het bezette Nederland bleef het rood-wit-blauw echter met toestemming van de Duitsers de nationale vlag, maar het gebruik ervan werd door hen sterk beperkt.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn preciezere tinten voor de kleuren rood, wit en blauw vastgesteld. De kleuren van de Nederlandse vlag kunnen sindsdien meer precies worden benoemd als helder vermiljoen, helder wit en kobaltblauw. Dat blauw verschilt van het donkerder Nassaus blauw.
Er zijn ook tegenwoordig nog mensen die het oranje-wit-blauw als de echte vlag beschouwen, maar het algemeen gebruik is nu om de Nederlandse verbondenheid met het koninklijk huis te tonen door boven de vlag een oranje wimpel te hijsen. De originele Nederlandse vlag is echter af en toe nog terug te zien in de sportoutfits van de Nederlandse voetbal- of hockeyteams, (licht)oranje shirts, witte broeken en azuurblauwe kousen.